De vergrijzing van de bevolking neemt exponentieel toe en de vraag naar langdurige zorg groeit ook snel; Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben ongeveer twee op de drie mensen die de ouderdom bereiken, langdurige ondersteuning nodig voor het dagelijks leven. Langdurige zorgsystemen over de hele wereld worstelen om aan deze groeiende vraag te voldoen; Volgens het voortgangsrapport van het VN-Decennium van Gezond Ouder Worden (2021-2023) heeft slechts ongeveer 33% van de rapporterende landen voldoende middelen om langdurige zorg te integreren in bestaande gezondheids- en sociale zorgsystemen. Ontoereikende systemen voor langdurige zorg leggen een toenemende last op mantelzorgers (meestal familieleden en partners), die niet alleen een sleutelrol spelen bij het behoud van de gezondheid en het functioneren van zorgontvangers, maar ook dienen als gidsen voor complexe gezondheidssystemen die de tijdigheid en continuïteit van zorgdiensten garanderen. Ongeveer 76 miljoen mantelzorgers verlenen zorg in Europa; In de landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) wordt ongeveer 60% van de ouderen volledig verzorgd door mantelzorgers. Nu er steeds meer mensen een beroep doen op mantelzorgers, is er een dringende behoefte aan het opzetten van geschikte ondersteuningssystemen.
Mantelzorgers zijn vaak zelf ouder en kunnen chronische, kwetsbare of leeftijdsgebonden beperkingen hebben. Vergeleken met jongere mantelzorgers kunnen de fysieke eisen van zorgwerk deze reeds bestaande medische aandoeningen verergeren, wat leidt tot meer fysieke belasting, angst en een slechte zelfbeoordeling van de gezondheid. Een onderzoek uit 2024 toonde aan dat ouderen met informele zorgtaken een sterke achteruitgang in fysieke gezondheid ervoeren in vergelijking met niet-mantelzorgers van dezelfde leeftijd. Oudere mantelzorgers die zorg verlenen aan patiënten die intensieve zorg nodig hebben, zijn bijzonder kwetsbaar voor bijwerkingen. Zo is de belasting voor oudere mantelzorgers groter wanneer mantelzorgers met dementie apathie, prikkelbaarheid of toenemende beperkingen in instrumentele dagelijkse activiteiten vertonen.
De genderongelijkheid onder mantelzorgers is significant: mantelzorgers zijn vaak vrouwen van middelbare leeftijd en ouder, vooral in lage- en middeninkomenslanden. Vrouwen verlenen ook vaker zorg aan complexe aandoeningen zoals dementie. Vrouwelijke mantelzorgers rapporteerden hogere niveaus van depressieve symptomen en functionele achteruitgang dan mannelijke mantelzorgers. Bovendien heeft de zorglast een negatieve invloed op het zorggedrag (inclusief preventieve zorg); een onderzoek uit 2020 onder vrouwen van 40 tot 75 jaar toonde een negatief verband aan tussen het aantal uren zorgwerk en de acceptatie van mammografieën.
Zorgwerk heeft negatieve gevolgen en oudere mantelzorgers moeten worden ondersteund. Een cruciale eerste stap in het opbouwen van draagvlak is meer investeren in systemen voor langdurige zorg, vooral wanneer de middelen beperkt zijn. Hoewel dit cruciaal is, zullen brede veranderingen in de langdurige zorg niet van de ene op de andere dag plaatsvinden. Het is daarom belangrijk om oudere mantelzorgers onmiddellijk en direct te ondersteunen, bijvoorbeeld door middel van training om hun begrip van de ziektesymptomen van hun mantelzorgers te vergroten en hen te ondersteunen bij het beter omgaan met zorggerelateerde lasten en zorgen. Het is belangrijk om beleid en interventies te ontwikkelen vanuit een genderperspectief om genderongelijkheid in de informele langdurige zorg te elimineren. Beleid moet rekening houden met mogelijke gendereffecten; Zo kunnen financiële subsidies voor mantelzorgers onbedoelde negatieve effecten hebben op vrouwen, waardoor hun arbeidsparticipatie wordt ontmoedigd en zo traditionele genderrollen in stand worden gehouden. Ook de voorkeuren en meningen van mantelzorgers moeten in aanmerking worden genomen; mantelzorgers voelen zich vaak verwaarloosd, ondergewaardeerd en geven aan dat ze buiten het zorgplan van de patiënt worden gelaten. Mantelzorgers zijn direct betrokken bij het zorgproces, dus het is essentieel dat hun mening wordt gewaardeerd en meegenomen in de klinische besluitvorming. Tot slot is er meer onderzoek nodig om de unieke gezondheidsuitdagingen en -behoeften van oudere mantelzorgers beter te begrijpen en interventies te informeren. Een systematische review van studies naar psychosociale interventies voor mantelzorgers toont aan dat oudere mantelzorgers nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in dergelijke studies. Zonder voldoende gegevens is het onmogelijk om redelijke en gerichte ondersteuning te bieden.
De vergrijzing zal niet alleen leiden tot een voortdurende toename van het aantal ouderen dat zorg nodig heeft, maar ook tot een overeenkomstige toename van het aantal ouderen dat zorgtaken uitvoert. Het is nu tijd om deze last te verlichten en ons te richten op de vaak verwaarloosde groep ouderen die mantelzorgers zijn. Alle ouderen, of ze nu zorgontvangers of mantelzorgers zijn, verdienen een gezond leven.
Plaatsingstijd: 28-12-2024




